maandag 13 mei 2013

Barbie Blues


Ze hebben me te pakken. Het is ze gelukt, de basterds van de tv. Ik kijk naar Huisje Boompje Barbie. Of keek, inmiddels heeft de serie plaatsgemaakt voor een programma met een of andere joker. Maar naar dat platte gedoe ga ik niet kijken. Oké, Huisje Boompje Barbie had nou ook niet bepaald het niveau van ‘Per seconde wijzer’, maar er zaten wel echte emoties in. En daar hou ik van. 

Even de hoofdpersonen van deze serie. Allereerst hebben we natuurlijk Barbie. Bekend van de tv-serie ‘Oh oh Cherso’ waar niemand naar keek, maar waar iedereen over praatte. De naam Barbie is trouwens niet echt van haar. Net als haar borsten, wimpers en nagels. Samantha, want zo heet ze wel, is getrouwd met Michael: een klomp spieren, daarover een vel van tattoos en als een heus alfa mannetje loopt hij de hele tijd achter zijn piemel aan. En geef de beste jongen eens ongelijk, want een andere soort goed gesprek zit er niet echt in bij onze Saman. Zoals haar moeder dat zo lekker kan zeggen. 

Over de ouders van Barbie geen kwaad woord, ze hebben met de beste bedoeling van de wereld hun meisje grootgebracht tot een heus prinsesje. En weten niet beter dan hun kind haar zin te geven. Schoonzus Priscilla (nee, geen artiestennaam) is een echt Haags blondje: niet heel slim, maar thuis wel de broek aan. Is ook niet al te moeilijk, want ook zij is getrouwd met een anabolen teddybeer die alles over heeft voor een uurtje brommers kieken. Dan moet de broek natuurlijk wel even uit.

De baby die de rol van Angelina speelt is overigens het beste gecast. Wat een lief en makkelijk kind. Dat moet ook wel, want als ze een huil baby was geweest, had Barbie haar waarschijnlijk gewoon aan een boom gebonden. Wat Michael het liefst met Gucci zou doen denk ik zo maar. Gucci? Ja, de hond. Nou ja, in theorie is het een hond. Ze hebben er overigens twee: de andere cavia heet Prada. Aangezien Barbie de gebruiksaanwijzing niet heeft doorgenomen is ze niet bekend geraakt met het fenomeen uitlaten. En dus schijten de knaagdieren het hele tapijt onder. Ik zou zeggen, breek van elk hondje een paar pootjes af, zet hem op je hoofd en je hebt twee mooie merkbrillen. 

En dan zou ik toch bijna Jack vergeten. De manager en suikeroom van Barbie. Deze net iets te dikke goedzak heeft in zijn leven nog nooit geleerd nee te zeggen, dus prinses Barbie weet daar wel raad mee. Maar ook met Jack en zijn tandeloze teckel gaan we de oorlog niet winnen. 

En dat hoeft ook helemaal niet. Het is een heerlijk gezin, dat vooral lekker primair reageert, zonder een vlieg kwaad te doen. Een op zijn tijd goed geplaatste mep op een discotheekgangster daargelaten. En misschien is het wel door de knulligheid van de communicatie en het onhandige geuit van gevoel, dat Barbie mijn hart heeft veroverd. Ook zij heeft verdriet als haar hondje doodziek is, ook zij moet janken van blijdschap als haar alfamannetje de doos met romantische trucs openmaakt. Ondanks haar nepborsten, fake wimpers en opgeplakte nagels, is ze gewoon net een mens. Een mens dat net als iedereen op zoek is naar een beetje liefde en aandacht. 

Jammer dat de serie er niet meer is: Huisje Boompje Barbie is gestopt. Ik mis het. Ik mis Barbie. Ik heb verdorie de Barbie Blues.

donderdag 9 mei 2013

Schrijversblog

Ik heb een writer’s block. Geen echte natuurlijk. Ik ben ook geen echte schrijver. De groten der aarden, zoals een Godfried Bomans, een Harry Mulisch of een Annie M.G. Schmidt, die konden zich misschien de ‘luxe’ van een writer’s block veroorloven. Ik niet. Ik heb meer een schrijversblokje. Of tikdip. 

Aan inspiratie ontbreekt het me allerminst: dagelijks botst ik op situaties waarover ik een boek zou kunnen schrijven. Sterker nog, ik heb inmiddels een heel bestand aangelegd met de titel ‘ideeen_blogs’ met daarin (je raadt het al) allemaal ideetjes voor het schrijven van mijn blog. Waarom duurt het dan zo lang voordat er weer een fatsoenlijke aanvulling is op deze pagina? 

Na een uitgebreid diepte-interview met mezelf, heb ik de oorzaak hiervan gevonden en het laat zich samenvatten in het briljante woord verwachtingspatroon. Ik heb inmiddels gemerkt, dat men (de lezer) mijn verhalen leuk vindt. En dat vind ik fijn. Niets is lekkerder dan doen wat je leuk vindt en er anderen mee vermaken. (Zou ik vaker moeten toepassen in dit leven…) En toegegeven, ik vind mezelf uiterst hilarisch, dus ik begrijp dat men (de lezer) mijn teksten graag voorbij ziet komen. Op een gegeven moment begon er in mijn hoofd echter een irritant stemmetje vragen te stellen. Vindt men (de lezer) dit onderwerp wel leuk? Is deze verwoording wel voldoende grappig? Val je niet in herhaling? Dus in plaats dat ik gewoon lekker ging tikken, ging ik me ineens druk maken over de verwachtingen die men (de lezer) zou kunnen hebben. Niet heel gunstig voor mijn schrijfproces.  

Tijdens mijn blogblokkade ben ik wel lekker actief op zoek gegaan naar blogs van andere mensen. Beetje inspiratie opsnuiven zeg maar. Maar deze digitale zoektocht bleek meer een soort zelfkastijding: blogs van anderen zijn ten tijde van een schrijversdip per definitie leuker, mooier en grappiger. 

En nu? Stoppen met deze blog? Stoppen met schrijven? Stoppen met dat wat ik eigenlijk stiekem wel leuk vind om te doen? Wat denk je zelf? Dat ik de door mezelf opgelegde verwachtingen die men (de lezer) zou kunnen hebben laat weerhouden? Ik zet mijn hakken in het zand! Ik schrijf gewoon door. Met of zonder publiek. Ik ga door met het schrijven, schrijven over de dingen die ik ervaar, zaken die me verbazen, me vermaken of wellicht ontroeren. En ergens hoop ik natuurlijk dat men (de lezer) het leuk vindt. Maar het hoeft niet.