Sommige activiteiten zijn hopeloos
onnodig en ingewikkeld, maar ik blijf ze ondernemen. Ik noem slechts één
voorbeeld. Nagels lakken. Niet nodig, ze functioneren ook prima zonder een
laagje chemische troep. Maar elke keer trap ik er weer in. Dan zie ik weer
iemand lopen met keurig gelakte nagels in een quasi hippe kleur en dan denk ik
‘wilikookwilikook’.
Aan de slag dus. Aangezien ik geen goede
(lees: vloeibare) nagellak in mijn badkamerkastjes kon ontdekken, toog ik naar
de drogist om daar in al mijn blijheid een potje nagellak aan te schaffen.
Gelukkig had ik van te voren al bedacht dat het geen opvallende kleur moest
zijn (het waarom daar kom ik zo op), dus dacht ik snel klaar te zijn. Immers,
ik verwacht een rij nagellakpotjes van hooguit een stuk of 10 en wellicht drie
merken: de goedkope prut, de redelijke betaalbare en de elite nagellak.
Niks is
minder waar. Ik sta voor een rek nagellak waarboven een bord hangt: nu meer dan
100 kleuren. 100! Ik wist niet eens dat het universum zoveel kleuren had
uitgegeven. Bij uitgebreide bestudering van de kleuren, blijkt het wel of niet
toevoegen van een glimmertje ook een geheel andere look te veroorzaken op
desbetreffende nagel. Ja, zo lukt het wel met die 100 soorten.
Voordat ik me in het kleurenpallet stort
van dit merk nagellak, kijk ik nog even de zaak rond. De schrik slaat me om
het hart. Nog vijf van deze rekken andere merken met zeker elk ook 50 soorten
nagellak. Ik kijk er ietwat geschokt naar, ik heb nogal moeite met kiezen zeg
maar.
Gelukkig was er ook een bak aanbiedingen
waar ik meestal mijn slag sla, maar na een korte blik begreep ik waarom de
nagellakjes in deze bak niet zo lekker lopen. Tenzij je je nagels zo wilt
toetakelen, dat het net lijkt alsof je beton hebt gestort.
Met de nietszeggende kleur parelmoer,
verlaat ik de winkel en ga ik aan de slag. Nou zijn er twee dingen (of
eigenlijk drie) die je nodig hebt voor het lakken van je nagels. Een vaste rechterhand
(1), een vaste linkerhand (2) en een flinke portie geduld (3). Het eerste bezit
ik redelijk, waardoor de nagels op mijn linkerhand er vrij snel redelijk
uitzien. Vervolgens begin ik vol goede moed aan de rechterhand, maar mijn
linkerhand is motorisch nogal achtergebleven (ik kan er niet eens fatsoenlijk
mee tandenpoetsen), waardoor er toch enkele knullige uithalen rondom de
nagelriemen ontstaan (daarom mijn keuze voor een onopvallende kleur).
Het derde
ding, geduld, dat is mij sowieso bij de geboorte niet meegegeven. Ik heb het
tijdens mijn leven nog nergens gratis af kunnen halen of tegen een redelijke
vergoeding kunnen verkrijgen. Dus terwijl de linkerhand nog niet droog is,
bibber ik vast met diezelfde hand om de rechternagels van een kleurtje te
voorzien. Je begrijpt, de vingers van hand 1 beroeren die van hand 2 en zo zit
de nagellak niet meer op de nagel, maar onder de vinger. Chaos alom en aan de
slag met nagellakremover en wattenschijfjes. Ik probeer het nog zeker drie keer
om iets fatsoenlijks in elkaar te klussen, maar dan blijkt er een vierde euvel
de kop op te steken: perfectionisme. En daar is echt geen nagel tegen bestand.