Ik ben een
schuimbekker: tijdens het tandenpoetsen fabriceer ik een enorme hoeveelheid
schuim, wat zich dan verzamelt rondom mijn mond. Vervolgens spoel ik dat
met veel water en lawaai weer uitgebreid weg. Voor mij is dit, sinds ik
tandenborstel van tandpasta weet te onderscheiden, de normaalste zaak van de
wereld. Ik ben er echter achter gekomen dat niet iedereen schuimbekt bij
het poetsen.
Tijdens een
vriendinnenweekend, waarin wij ons volledig vol hadden laten lopen met thee
(jasmijn, sterrenmunt, zoethout, kamille, rooibos…och, wat een feest), kwam het onderwerp
tandenpoetsen ineens aan de orde. De ruige weekenden waarin we wijn dronken en
de lekkere kerels ter sprake kwamen, liggen blijkbaar ver achter ons. Afijn….een
vriendin zei ‘ik begrijp niet waarom sommige mensen zoveel schuim produceren
bij het tanden poetsen.’ Er ontstond een soort van gesprek met de rest, maar ik
zweeg en zakte steeds verder weg in de kussens van de bank, vastbesloten tanden
te gaan poetsen als niemand het zag.
Blijkbaar is het
toch een dingetje. Ik kan me herinneren dat mijn huisgenoot het altijd
vreselijk goor vond wanneer ik tandenpoetsend door het studentenhuis banjerde.
Maar ik kletste liever nog even met mijn medebewoners dan dat ik drie minuten
lang in de schimmelige badkamer moest loeren naar mijn eigen spiegelbeeld.
Het nadeel van
schuimbekkend je tanden poetsen is dat de kans op knoeien best groot is. De
klodders landen ook altijd midden op je kleren en dan moet je gelijk aan de slag.
Met veel water de boel weg boenen, want tandpasta… ‘dat gaat er nooit meer
uit!’. Welke moeder heeft het niet geroepen…
Leergierig als ik
ben, heb ik laatst een poging ondernomen om als een dame te poetsen. Ik
hield halsstarrig mijn lippen (uiteraard niet mijn tanden) op elkaar en
borstelde ondertussen systematisch langs mijn de tanden en kiezen. Echter, ik
produceerde nog steeds een enorme hoeveelheid schuim. En waar laat je dat dan?
Ja, in mijn mond. Helaas had ik weer net die tandpasta te pakken met een
dusdanige chemische samenstelling dat de fluoride aardig mijn bek uit brandde.
En aangezien ik redelijk ver van de badkamer was afgedreven, moest ik ook
nog een sprint naar de wasbak trekken om me daar al proestend te ontdoen van de
hoeveelheid schuim die ik net iets te lang in mijn mond had opgeslagen. Nee, niks
voor mij, dat nette tandenpoetsen met een gesloten bekkie. Vanaf nu zeg ik volmondig ja
tegen mezelf als schuimbekker.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten