vrijdag 4 april 2014

Station scènes – deel 2

Daar zijn we weer. De vorige blog had ‘deel 1’ in de titel en beloofde een deel 2. Dus bij dezen. En nee, dit is geen tikfout. Bij dezen wordt echt met een ‘n’ erachter geschreven. Weet bijna niemand en bijna niemand schrijft het dus ook zo. Bij dezen komt uit het oud Nederlands, toen we nog met naamvallen werkten. Die goede oude tijd zeg maar. Toen de lucht nog schoon was en de guldens nog van hout. Gulden, zegt u? 

Juist. 

Inmiddels zijn we weer op het station aangekomen. Sterker nog, we zijn in de trein. En in de trein heb je vaste rituelen. Dat is trouwens een contaminatie. Of pleonasme, daar wil ik van af zijn. Rituelen zijn dingen die je meestal op een vast tijdstip doet. Waardoor je dus met vaste rituelen hetzelfde zegt. Net als groen gras of witte schimmel. Afijn, u zoekt het maar na. 

De trein. De trein nadert het station en vermindert zijn snelheid. Wanneer je op dat moment je ogen goed de kost geeft, zie je dat de passagiers die bij het volgende station willen uitstappen al ruim (en dan bedoel ik RUIM) van te voren op zijn gaan staan. Ze hebben hun spullen gepakt, jas aangetrokken en lopen linea recta naar de hel die ‘tussenstuk’ heet. Tenminste, ik denk dat het zo heet. Het heeft vast een sexier naam dan dat, maar ik kom er even niet op. En Google ook niet. 

Het tussenstuk dus. Mensen kiezen er steevast vrijwillig voor om ruim voordat de trein is aangemeerd, in het gedeelte tussen de treincoupés te gaan hangen. Want meer dan dat is het niet. Je kan je niet echt lekker vasthouden, behalve aan elkaar. Dat gebeurt dan helaas weer niet. Soms valt er iemand half om en die wordt dan knullig bij zijn elleboog opgevangen. Men grijnst wat en kijkt verder vooral schaapachtig om zich heen. Het is blijkbaar not done om een gesprek te voeren in het tussenstuk. Net als in het bubbelbad. En ondertussen maar turen door de ruitjes van de treindeuren. 

De spanning neemt langzaam toe: aan welke kant komt het perron en sta ik hier dan strategisch goed opgesteld? Wie staat er dichtbij de deurknop en wie gaat daar straks op drukken? En op welke van de twee? Je hebt blauw en geel. Geel is om de boel te openen, dan weet u dat vast en hoeft u niet zo te zweten, mocht u voor de keuze komen te staan. En wanneer druk je? Je hebt types die al ruim van te voren hun vinger op de knop duwen, maar  de deur gaat pas open, na een bepaald soort geluidje van de trein. Een soort zucht. Een soort ‘jongens, we zijn er, het is weer gelukt’ geluidje. En met een nog grotere zucht openen de treindeuren zich, waarnaar de passagiers naar buiten kunnen. En daar lopen ze dan direct in de armen van de meeloper, de blokkeerbaas, de ik-ga-vast-dude en -gelukkig maar-… de afwachter.

Ik wens u wederom een fijne reis!


2 opmerkingen:

  1. Grappig stukje!
    Over stukjes gesproken: het tussenstuk is het balkon. Niet bepaald sexy, maar goed. Ook "halletje" wordt gebruikt, aangezien het balkon nu niet echt meer een balkon is.
    Alstublieft!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik kan niet wachten tot je de mensen zonder kaartje (+ gedragingen naar conducteur) gaat categoriseren...!

    BeantwoordenVerwijderen